Aangekomen in DR Congo!
Door: André
Blijf op de hoogte en volg André & Anouk
03 Mei 2012 | Congo, Democratische Republiek v, Bunia
Zoals sommigen van jullie al wel wisten, of hebben gelezen in het vorige verslag, zijn ook een nichtje en oom en tante van Anouk momenteel in Oeganda. Daarom afgesproken om samen koninginnedag te vieren met de Ambassade in de Iguana bar in Kampala. Uiteraard niet zonder voorbereiding, want je wilt natuurlijk niet underdressed op feestjes aan komen zetten. Dus eerst maar eens de stad in geweest op zoek naar oranje, en een spuitbus verf en een oranje sjaal buitgemaakt. Na mijn oude schoenen oranje te hebben gespoten en geknoeid te hebben met (oranje) spaghetti-saus op mn witte t-shirt was het dan zover; op naar de kaas, leverworst, bitterbalen en frikandellen! Aangekomen bij Iguana bar op zoek gegaan naar Hanneke en dr ouders, en ondanks de drukte aan oranje Hollanders waren ze vrij snel gevonden. Die avond veel bijgekletst, gegeten en gedronken, en de gezelligheid deed al vrij snel besluiten om een nachtje slaap over te slaan. Dus die ochtend bagage opgehaald bij de Backpackers en gelijk doorgereden naar de bus van 6:00 uur oostwaarts in de richting van Fort Portal.
De busreis van Kampala naar Fort Portal is vlot verlopen. Deze weg is verhard en daar maakte de chauffeur gretig gebruik van door ook heuvelafwaarts flink het gaspedaal in te trappen. Dit ging hoe oostelijker hoe harder, gezien het landschap langzaam maar zeker bergachtiger wordt. Daarmee verandert ook het klimaat, waardoor je op de koelere plekken zelfs (geplante) sparbossen tegenkomt. De kabbelende beekjes, het vele gras, en de andere soort koeien die ze hier houden deden het al met al zelfs een beetje alpen-achtigs lijken, erg maf.
Aangekomen in Fort Portal werd mij verteld dat de weg naar kustplaatsje Ntoroko heel wat minder tijd zou nemen dan dat ik aanvankelijk had gedacht; i.p.v 4 uur slechts 1-1,5 uur. Dat zou betekenen dat ik dezelfde dag al het meer zou kunnen oversteken naar Congo, om Bunia te bereiken voor overnachting (daar zitten ook de veiligheidstroepen van MONUSCO). Na een telefoontje met de mensen van de Wildlife Conservation Society in DR Congo (voor wie ik een workshop in Grass GIS ga geven) besloten om het erop te wagen, en een busje naar Ntoroko gepakt. Deze weg was al een attractie op zich. Dit is namelijk een slingerweggetje door de Rwenzori Mountains met een groot deel van de rit een diep dal aan de rechterhand. Erg spectaculair uitzicht met in de verte al zicht op Lake Albert. Uiteindelijk het laatste stukje berg afgereden om de laatste 70 km door het dal te rijden naar het meer. Dat stuk was nationaal park, en op diverse plekken zie je kuddes antelopen, buffels en groepjes wrattenzwijnen langs de weg staan. Helaas voor mij zat ik nogal gepropt in een busje met bagage, dus dit was een ingetogen feestje. Wel besloten om de terugweg een motortaxi te huren, wat niet prijzig is maar in ieder geval de mogelijkheid geeft om zo af en toe af te stappen en foto’s te maken.
Hoewel de rit ruim een uur langer duurde dan vooraf verteld, was het bereiken van Ntoroko om 14:00 ’s middags toch nog vroeg op de dag. Dus besloten de oversteek te gaan doen, en naar ‘t haventje gegaan om een boot te zoeken. Daar bleek ik geluk te hebben, er stond een boot klaar voor vertrek, en voor 15 dollar kon deze mij naar de overkant brengen. Met een boottocht van 2 uur en een uur tijdsverschil met Congo, zou dat betekenen dat ik om 3 uur lokale tijd daar kon zijn, en nog ruim 3 uur had voor de tocht van 35 km naar Bunia. Piece of cake zou je zeggen..... ware het niet dat ik toen een telefoontje vanuit Congo kreeg met het bericht dat ze zojuist een boot hadden gestuurd om mij op te halen.... Dus toen maar 2 uur gewacht op de boot om de Congolees die ons hielp bij dit transport een beetje te vriend te houden. Toen deze boot aankwam bleek de kapitein echter andere plannen te hebben, en vertelde hij mij dat we vanwege het opkomende slechte weer pas de volgende ochtend zouden vertrekken. Later vertelden dragers in de haven dat deze kapitein familie had in het dorpje, en daarom niet zat te wachten om meteen alweer terug te moeten.
Gelukkig was er even verderop buiten het dorp een campsite van het nationale park, waar ik vrij goedkoop in een hutje kon zitten voor een nacht. Erg mooie omgeving, met wrattenzwijnen, antelopes en een bende vogels in de achtertuin. De kers op de taart waren de nijlpaarden die ’s nachts in en rondom het kamp graasden; toen ik in het donker naar de wc moest leken de silhouetten van de wrattenzwijnen ineens een stuk groter (knorren deden ze wel nog). Na dichterbij komen en bijschijnen met de lantaarn maar snel besloten me uit de voeten te maken en later terug te komen. Hoewel het vooral jongere (en dus kleinere) nijlpaarden waren die direct rondom het meer waarschijnlijk worden weggejaagd door de grotere mannetjes, toch er maar niet op gegokt dat ze opzij zouden gaan.
De volgende ochtend weer terug naar de haven, en eindelijk de boot gepakt.
Aangekomen in Congo werd ik al netjes opgewacht door een immigratie-medewerker, die was gestuurd door onze lokale contactpersoon die daar goede lijntjes heeft. Na een kort bezoekje bij het immigratie-kantoor, waar de naam van de lokale contactpersoon erg hielp om niet moeilijk te doen over de zelf-bedachte vereisten van de douanier (ik naast visum ook betaalbewijs van visum laten zien, erg overtuigend...), mijn contactpersoon gebeld om mij op te halen. Begeleid door de Amerikaanse GIS-expert van de Wildlife Conservation Society, Joel Masselink (ja, Nederlandse voorouders) heeft hij mij opgepikt, en ons beide naar Bunia gereden. Vooraf liet hij wel nog weten dat de boottocht 250 (!) dollar had gekost (heen en terug), maar dat we ons vooral niet te verplicht moesten voelen om hem te betalen. Niks geven konden we uiteraard niet maken, maar met de vertraging in mijn achterhoofd en de 15 dollar voor de boot die klaarlag heb ik hem 50 dollar gegeven onder het motto dat ik niet meer had als student (wat opzich waar is, maar nog steeds de dubbele prijs van een kapitein in dienst van de overheid in Tanzania na aftrek van benzine). Joel heeft hier nog aardig wat bijgedrukt ook als dank voor eerdere ritten en maaltijden bij hem thuis.
Dan de rit naar Bunia, dit was opnieuw een prachtige rit met het beklimmen van de uitlopers van de Rwenzori mountains in Congo (de Blue Mountains), en weer een mooi uitzicht over dal en meer. Tot dusver kwam Congo op mij over als een heel rustig, vriendelijk en herstellend land na al zn oorlogen, met name omdat we nog geen militair hadden gezien. Dit veranderde echter vrij snel na enkele kilometers en het passeren van het eerste dorp. Plotseling waren er militaire posten om de 300 meter, en legde onze contactpersoon uit dat deze een nieuwe vorm van beveiliging zijn begonnen. Gezien ze nauwelijks betaald krijgen, zijn het tolposten geworden waar lokale reizigers een kleine financiele bijdrage aan leveren. Dit lijkt echter niet heel dwangmatig te zijn, mensen stoppen en geven vrijwillig, al blijft het natuurlijk lastig inschatten hoe gedwongen ze zich voelen en wat de consequencies zijn als niemand meer betaald. Hoe dan ook, gezegd moet worden dat dit gebied onder streng toezicht van de blauwhelmen staat, en dat we geen soldaat hebben gezien die ons of andere reizigers vroeg te stoppen. Daarbij de verhalen te horen gekregen dat de plekken waar deze soldaten zich terug trekken ook daadwerkelijk problemen ondervinden van aanwezige milities, wordt het voor nu maar gezien als tijdelijke belastingverhoging.
Vlak na de eerste tolposten komen we ook convooien vrachtwagens en looptroepen Congoleze militairen tegen, begeleid door UN soldaten en UN helikopters. Treurig maar toch ook erg indrukwekkend om deze rijen voorbij te zien komen, met de meest lompe bazooka’s en granaatwerpers nonchalant over de schouders hangend. Wel goed om te horen van onze chauffeur dat er niet meer fulltime wordt gevochten in deze regio, maar dat er slechts incidenteel milities opereren waar de Congoloze veiligheidstroepen onder begeleiding van de MONUSCO (blauwhelmen) dan naartoe worden gestuurd. Deze incidenten zijn niet in de directe omgeving van Bunia, maar liggen minstens buiten een straal van 40 km.
Naarmate we dichterbij Bunia komen wordt het steeds drukker in de lucht, en zien we elke 5 minuten wel weer een nieuwe UN-helikopter. Dat te bedenken dat ze momenteel aan het afbouwen zijn geeft wel aan dat het de MONUSCO de grootste militaire actie van de UN ooit is. Daarmee ook alvast een korte samenvatting van Bunia; één hoofdweg die deels geasfalteerd is, met aanliggend winkels, veel stof en eindeloos het geluid van helikopters in de lucht. Wel is de sfeer verder hartstikke relaxt. Iedereen heeft zn dagelijkse leventje en ook ’ s nachts kun je veilig over straat zonder begeleiding.
In Bunia aangekomen wacht ons het volgende vertragende telefoontje; de chaufeur die ons hier oppikt is laat door administratieve rompslomp, wat betekent dat we pas morgen verder kunnen reizen naar Epulu in het Okapi Game Reserve. Hoewel de helft van zijn excuses niet erg geloofwaardig overkwam, en het nogal leek op het niet terug hoeven te reizen dezelfde dag (en dus meer uren maken), toch maar het hotel geboekt (ja hoor, kamernr 13) waar ik nu dit verslag uittyp. Morgenochtend maar eens proberen deze online te zetten. Inmiddels is het ook stil geworden in de stad en is het luchtverkeer opgehouden, kortom ook voor mij tijd om te gaan pitten. Morgen nog de laatste loodjes over de weg, en dan lekker settelen in de regenwouden en genieten van de omgeving. Van een UN officier hebben we tijdens t avondeten begrepen dat deze weg geen problemen betreft veiligheid oplevert zolang we voorzichtig zijn en goed blijven informeren onderweg (en dat doen we). De meeste plekken zijn onder controle van de blauwhelmen, en hoewel de situatie ietswat is verslechterd na de afgelopen verkiezingen zijn er rondom het (immens grote) park maar 2 milities sporadisch actief. Daar komt bij dat een paar gewapende overvallers al een militie wordt genoemd, dus met onze parkwachters continu bij ons moet dat geen problemen opleveren.
Ik laat weer meer horen na aankomst in Epulu.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley